Rodelen (in het hoogduits/zwitsers: rotteln, rütteln, schütteln) is het op een slede van de berg afglijden. Oorspronkelijk als transportmiddel, wordt het tegenwoordig voornamelijk op kunstmatig aangelegde rodelbanen als sport beoefend. In tegenstelling tot bij skeleton ligt de rodelaar met de voeten naar voren op zijn rug op de slee.Op 12 februari 1883 werd in Zwitserland de eerste rodelwedstrijd gehouden op een vier kilometer lang parcours tussen Davos en Klosters. De wedstrijd kende twee winnaars die beiden in een tijd van negen minuten en 15 seconden over de streep kwamen: de Australische student Georg Robertson en de Oostenrijkse postbode  Peter Minsch. 
De deelnemers aan de wedstrijd kwamen uit Australië, Duitsland, Engeland, Nederland, Zweden en Zwitserland. Dertig jaar later, in 1913, richtten Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland in Dresden de Internationaler Schlittensportverband (ISSV) op, de voorloper van de huidige internationale rodelbond Fédération Internationale de Luge de Course (FIL). 
De ISSV organiseerde in 1914 het eerste Europees kampioenschap rodelen, dat plaats had in Reichenberg, Bohemen (tegenwoordig Liberec, Tsjechië). Door de Eerste Wereldoorlog zou het tot 1927 duren voordat het tweede kampioenschap zou worden gehouden. Er was toen ook een competitie voor vrouwen. 
In 1955 werd het eerste wereldkampioenschap gehouden in het Noorse Oslo. Olympisch werd de sport in 1964 toen twaalf landen aan de start stonden bij de Olympische Spelen in Innsbruck. Tot die tijd werden de grote wedstrijden gehouden op kunstmatig aangelegde banen. In 1970 organiseerde de FIL het eerste Europees kampioenschap rodelen op een natuurlijke baan. Negen jaar later werd voor dit onderdeel voor het eerst een wereldkampioenschap gehouden. (bron: Wikipedia)